Opleidingsvorm 3 (OV3)

DOELGROEP

Opleidingsvorm 3 biedt onderwijs aan jongeren met een verslag type basisaanbod, type 3, type 4 of type 9. Binnen opleidingsvorm 3 genieten jongeren van een brede, algemene sociale vorming (ASV) en een beroepsgerichte vorming (BGV). Het doel is maximale integratie, inclusie en participatie in de maatschappij, het verhogen van het maatschappelijk functioneren om tewerkstelling in het normaal economisch circuit mogelijk te maken. De jongeren worden begeleid op hun weg naar zelfstandigheid en het ontwikkelen van hun beroepscompetenties. We vertrekken altijd vanuit de talenten van de jongeren met een maximaal respect voor hun mogelijkheden.

STUDIEAANBOD

OBSERVATIEJAAR

Jongeren starten in het observatiejaar. Tijdens dit eerste schooljaar krijgen ze de kans om kennis te maken met verschillende beroepsopleidingen en te ontdekken waar hun interesses en talenten liggen.

Bij de start van het schooljaar maken ze een keuze tussen twee verschillende combinaties van brede basisopleidingen:

  • Combi: Horeca, Hout en Metaal
  • Combi: Horeca, Logistiek Onderhoud en Organisatie en Logistiek
  • Op maat: wanneer jongeren interesse hebben in een brede basisopleiding die buiten de bestaande combinaties valt (bv. Hout en Logistiek Onderhoud) wordt er een traject op maat opgesteld. 

Op het einde van het observatiejaar maakt de jongere een studiekeuze, hij kiest voor één brede basisopleiding.

OPLEIDINGSFASE

Jongeren volgen tijdens de opleidingsfase een brede basisopleiding om nadien een vakgerichte en specifieke keuze te maken in de kwalificatiefase. De opleidingsfase duurt twee schooljaren, tijdens deze twee schooljaren wordt een brede waaier aan technische vaardigheden aangeleerd en getraind.

KWALIFICATIEFASE

In de gemoderniseerde kwalificatiefase bieden we 5 opleidingen aan. De kwalificatiefase duurt twee schooljaren. 

TEWERKSTELLING

Na de kwalificatiefase kan de leerling nog een extra jaar volgen. Deze fase omvat één volledig schooljaar in de vorm van een alternerende beroepsopleiding (ABO). 
De integratiefase bevat vooral stages. Je werkt 3 dagen in een bedrijf om ‘de stiel’ te leren en te wennen aan het arbeidsritme en de nodige werkhouding; de overige 2 dagen (minstens 14 lestijden) volg je les (één dag algemene vorming en één dag beroepsgerichte vorming). De bedoeling hiervan is je nog beter kennis te laten maken met de concrete werksituatie.